In de zomer van 2017 werden door Arriva met medefinanciering door de provincie Zuid-Holland een drietal elektrische midibussen van het type Rošero Zero First geïntroduceerd. De bedoeling was dat met deze bussen lijn 10 volledig uitgevoerd kon worden, maar in de praktijk kwam daar door veel problemen met het laden van de busjes weinig van terecht en reed er meestal een dieselbus als vervanging.Foto links: De Arriva 6092, een Rošero Zero First uit de serie 6091-6093 uit 2017, op de Singel in Dordrecht. (foto: Daniël Bleumink)
| Nummers: | Type: | In dienst: |
|---|---|---|
| 6091-6093 | IVECO/Rošero Zero First | 2017 |
| 6151-6153 | IVECO/Rošero Zero First | 2018* |
| 6154-6156 | IVECO/Rošero Zero First | 2018 |
| *) Ex-6091-6093 | ||
Met ingang van de nieuwe concessie DMG in december 2018 werden de Arriva 6091-6093 conform verplichting overgenomen door Qbuzz en omgenummerd naar 6151-6153. De bussen hebben echter nog maandenlang in hun Arriva-kleuren rondgereden voordat ze daadwerkelijk in stadsBuzz uitvoering gebracht werden.Omdat in de nieuwe concessie lijn 10 door ging rijden naar industriegebied Dordtse Kil had Qbuzz meer midibusjes nodig en werden nog drie gelijke exemplaren (6154-6156) nieuw aangeschaft. Het gedeelte naar Dordtse Kil werd echter al vrij snel weer van lijn 10 afgesplitst en ondergebracht onder het lijnnummer 9 waarop veel ritten ook met 12-meterbussen uitgevoerd werden.
Foto rechts: De Qbuzz 6153 (ex-Arriva 6092) op de Merwekade te Dordrecht. Nog duidelijk zichtbaar is de bestickering op de ramen die een restant van de oorspronkelijke uitvoering bij Arriva is. (Foto: Daniël Bleumink).
Ondanks dat er nu zes elektrische busjes beschikbaar zijn voor lijn 10, terwijl er eigenlijk maar drie nodig zijn, blijft de betrouwbaarheid van deze bussen nog altijd voor problemen zorgen. Geregeld zijn onvoldoende elektrische Rošero's beschikbaar om alle ritten uit te voeren en worden er ingehuurde busjes ingezet.Foto links: De Qbuzz 6156, nieuw aangeschaft in 2018, als lijn 10 op de Nieuwbrug te Dordrecht (Foto: Daniël Bleumink).